Spatie te veel of spatieteveel? Waarom spaties ertoe doen

Nagelezen en bijgewerkt op: 22-12-2020

Het moest een bijzonder cadeau worden. Ik wilde een beeldje laten maken door een kunstenaar. Omdat kunst nu eenmaal heel persoonlijk is, vond ik het best spannend om deze opdracht bij een kunstenaar neer te leggen. Al snel mailde hij mij terug met de boodschap: “Ik ga vrij blijvend voor je aan de slag.” Natuurlijk, ik begreep dat de man het vriendelijk en toegankelijk bedoelde, maar er stond dat hij voor áltijd beeldjes voor me ging maken.

Spatiesdieneneendoel. Spaties dienen een doel. Ze zijn er om een tekst goed leesbaar te maken en aan te geven waar het ene woord eindigt en het volgende woord begint. Wel zo handig, want een zin als hierboven leest voor niemand prettig (en echt makkelijk typen is het ook niet). Toch kun je ook een teveel aan spaties hebben, zoals in het voorbeeld van de kunstenaar (tenzij hij natuurlijk écht bedoelde dat hij blijvend voor mij aan de slag zou gaan. In dat geval kan ik nog een behoorlijke rekening verwachten….). In korte tijd kwam ik nog meer voorbeelden tegen:

“Binnen terras geopend”

“Kara oke all night” (oké, deze is makkelijk, maar ik heb het écht ergens gelezen!)

“Dat was een inspirerende aftrap bijeenkomst.”

“Laat de peertjes uit lekken.”

Spaties, ze maken nogal wat uit. Soms zorgt verkeerd spatiegebruik alleen voor wat verwarring of maakt het zinnen moeilijk leesbaar. Andere keren verandert het de betekenis van wat er staat. De regels een beetje kennen is dus wel handig, maar hoe zat het nou ook alweer met dat spatiegebruik?

Samenstellingen

De regel is eigenlijk vrij makkelijk: in het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar. Een samenstelling bestaat uit meerdere woorden die een eenheid vormen, die bij elkaar horen. De makkelijkste variant is die tussen twee of meer zelfstandige naamwoorden. Je schrijft bijvoorbeeld ‘puzzelstukje’, dat bestaat uit puzzel en stukje. Zo heb je ook boekenkast, eetkamerstoel, bakfietsmoeder, enzovoort. Bij samenstellingen horen de woorden echt bij elkaar. Het linkerdeel van het woord specificeert het rechterdeel van het woord. Het is geen gewoon stukje, maar een puzzelstukje; geen gewone kast, maar een boekenkast. Als je dus twee of meer zelfstandige naamwoorden hebt die bij elkaar horen, dan schrijf je ze altijd aan elkaar.

In de zin “Dat was een inspirerende aftrap bijeenkomst” zorgt de spatie tussen aftrap en bijeenkomst ervoor dat die woorden niet alleen fysiek, maar ook in betekenis los van elkaar komen te staan. De aftrap zegt nu niks meer over de bijeenkomst, maar staat op zichzelf. Er staat dus dat de áftrap van de bijeenkomst inspirerend was. Over de rest van de bijeenkomst weten we niks. Wil je iets zeggen over de hele bijeenkomst die georganiseerd was als aftrap van een groot project, dan had er moeten staan: “Dat was een inspirerende aftrapbijeenkomst.”

Samenstellingen in alle soorten en maten

Zelfstandige naamwoorden zijn niet de enige woorden die een samenstelling kunnen vormen. Ook werkwoorden (kennismaken, koffiedrinken, pianospelen) of bijvoeglijke naamwoorden (keihard, superlief, zwaargebouwd) kunnen samenstellingen zijn en ook die samenstellingen schrijf je aan elkaar.

Helemaal lastig wordt het als je samenstellingen van zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden hebt. Let bijvoorbeeld eens op het verschil tussen rode wijnglazen en rodewijnglazen. In het eerste geval zijn de wijnglazen rood, maar ze kunnen ook voor witte wijn gemaakt zijn. In het tweede geval zijn het glazen bedoeld voor rode wijn (geen gewone glazen, maar rodewijnglazen. Je kunt er dan natuurlijk nog steeds witte wijn uit drinken als je wijnvoorschriften maar gedoe vindt, maar de glazen zijn dan eigenlijk bedoeld voor rode wijn). Om duidelijk te maken dat ‘rood’ bij ‘wijn’ hoort en niet bij ‘wijnglas’, schrijf je het helemaal aan elkaar. Zo ook: halvefinalewedstrijd (geen gewone wedstrijd, maar een halvefinalewedstrijd) in tegenstelling tot halve finalewedstrijd (de helft van een finalewedstrijd).

Ingewikkeld? Ja, best wel, als je het in woorden probeert uit te leggen. Gelukkig kom je met je gehoor een eind. Als je twijfelt, kun je een wat overdreven stilte laten vallen waar de spatie staat. Klinkt dat gek? Dan moet je de spatie waarschijnlijk weglaten. (Probeer maar: inspirerende aftrap bijeenkomst. Klinkt best gek, als je het over de aftrapbijeenkomst hebt). Ook handig: samenstellingen hebben maar één klemtoon. Zeg je róde wíjnglazen of rodewíjnglazen?

Te veel of teveel

Soms moet een spatie wél gewoon blijven staan. Grappig aan taalregels is dat er ook altijd gevallen zijn waarin mensen in een poging om het goed te doen, juist fouten gaan maken (hypercorrectie). De meest ‘vergeten’ spatie is misschien wel die in het woord ‘teveel’. Schrijf je ‘teveel’? Dan bedoel je een overschot, als zelfstandig naamwoord, zoals er ook een tekort aan iets kan zijn. Maar vind je bijvoorbeeld dat een kunstenaar die blijvend voor je aan de slag gaat wat overdreven, dan vind je het te veel van het goede. De spatie is dan weer niet te veel.

Spatiefouten zijn zo wijdverbreid, dat ‘Signalering Onjuist Spatiegebruik’ is opgericht. Het is een platform dat op ‘vrolijke wijze’ strijdt tegen verkeerd spatiegebruik. Wil je je aansluiten bij het verzet? Volg ze op twitter (@spatiegebruik). Je vondsten delen met mij vind ik ook leuk (@KelderJessica)!

Meer uitleg over samenstellingen vind je op: https://onzetaal.nl/taaladvies/samenstelling