Dit is hoe jij goede alinea’s schrijft: kernzinnen

Of je nu een e-mail, blog of zakelijke brief schrijft, om je boodschap aan je lezer over te brengen heb je goede alinea’s nodig. Stop je bijvoorbeeld te veel informatie in een alinea of moet je lezer heel lang doorlezen voordat duidelijk is waar de alinea over gaat, dan haakt hij of zij af. Lezers zijn nu eenmaal luie mensen, die je het makkelijk moet maken. Maar hoe zorg je ervoor dat jouw lezers moeiteloos door je verhaal heen glijden?

De reden dat we alinea’s gebruiken is om structuur aan een tekst te geven. Zonder alinea’s zou het een gigantische opgave worden om de aan één stuk doorlopende tekst te lezen. Maar om alinea’s echt hun doel te laten dienen, is het belangrijk om ze op de goede manier in te zetten. Dat begint bij het bepalen van de kernboodschap van je alinea. Want een goede alinea valt of staat met de kernboodschap.

Een goede alinea: bepaal de kernzin

Toen ik laatst meelas met de sollicitatiebrief van een vriend van mij, kreeg ik een brief toegestuurd waar rake zinnen in stonden over waarom hij geschikt was om bij het bedrijf te werken. Toch moest ik erg mijn best doen om het uit de brief te halen. De informatie stond namelijk helemaal door elkaar. Elke alinea behandelde wel drie verschillende onderwerpen. Hij schreef bijvoorbeeld:

“Naar mijn inzicht past mijn studieachtergrond goed bij het onderzoek binnen uw organisatie. Naast dat ik het een mooie uitdaging vind om aan uw product te werken, vind ik mensen en collega’s om me heen erg belangrijk. Ik heb een goed gevoel over uw organisatie en deze sector. Mensen die ik over hun werk spreek, komen vaak gepassioneerd en vrolijk over. Ik wil in deze functie mijn managementvaardigheden verder ontwikkelen in een commerciële organisatie.”

Deze alinea bevat zoveel onderwerpen, dat het lastig is per onderwerp een argumentatie op te bouwen. Ik kan me voorstellen dat die vriend van mij niet de enige is die het moeilijk vindt om te bepalen wat het onderwerp van een alinea moet zijn. Vind jij dat ook lastig? Stel jezelf dan de volgende vragen:

  • Wat wil ik met mijn hele tekst zeggen?
    Bijvoorbeeld: ik wil dat de organisatie waar ik ga solliciteren weet dat ik de juiste kandidaat ben voor de functie.
  • Welke dingen wil ik benoemen om die boodschap over te brengen?
    Bijvoorbeeld: Ik wil dat de recruiter weet wat mijn relevante werkervaring is, waarom ik de organisatie leuk vind en hoe ik werk.
  • Wat wil ik per benoemd onderwerp zeggen?
    Bijvoorbeeld: over relevante werkervaring wil ik benoemen dat ik bij bedrijf x en y in soortgelijke functies gewerkt heb; over wat mij aanspreekt in het bedrijf wil ik zeggen dat ik de doelen ondersteun en de manier waarop ze communiceren zo prettig vind; over hoe ik werk wil ik zeggen dat ik erg creatief ben en graag nieuwe oplossingen bedenk en dat ik het liefst in teams werk.
  • Kan ik wat ik over dit onderwerp wil zeggen in één zin opschrijven?

Die laatste vraag is erg belangrijk. Als je moeite hebt om in één zin aan te geven wat je over het onderwerp in die alinea wilt zeggen, dan is het onderwerp waarschijnlijk te groot voor één alinea. Je moet het onderwerp dan verder opdelen in meerdere deelonderwerpen en van die deelonderwerpen kijken of je er nu wel één zin over op kan schrijven.  

Als het goed is, krijg je nu een lijst met onderwerpen, waar telkens één zin achter staat die de kern van je boodschap voor die alinea vormt. Dit heet de kernzin (of topische zin) en die zin vormt de basis van elke goede alinea.

Heb je moeite om in één zin aan te geven waar je alinea over gaat? Dan is je onderwerp waarschijnlijk te groot voor één alinea.

Een goede alinea: een goede kernzin

Een goede kernzin zegt precies wát je over het onderwerp wilt zeggen. Dat betekent dat je hierin bijvoorbeeld ook duidelijk maakt of je vóór of tegen iets bent, of iets een voorbeeld of een tegenstelling is, of het over Jantje of over Pietje gaat, enz. Hij moet zo concreet mogelijk zijn. Dus stel: je schrijft een blog over hoe draadloze stofzuigers je leven veranderd hebben. Nu wil je in een alinea iets zeggen over de veiligheid van snoervrij stofzuigen. Een zwakke kernzin is dan: “Stofzuigen zonder snoeren heeft invloed op de veiligheid”. Beter is: “Snoervrij stofzuigen is veilig.” Je hebt nu het onderwerp (de veiligheid van snoervrije stofzuigers) en hebt gespecificeerd wat je over dat onderwerp wilt zeggen (ze zijn veiliger).

Een goede alinea: uitwerken van je kernzin

Je hebt nu je kernzinnen. Maar hoe maak je van een kernzin een alinea? Toen ik dit stuk ging schrijven wist ik al welke handvatten ik mee zou geven. De kopjes stonden al dikgedrukt en onder elk kopje stond de kernzin. Om dit uit te werken tot alinea’s heb ik de kernzin aangevuld met alle informatie die ik nodig vond om mijn boodschap over te brengen. Je kunt dat doen door bijvoorbeeld een verhaal te vertellen; argumenten, feiten of verdere toelichting te geven; of een voorbeeld of casus te bespreken. Je schrijft dus alles op wat jij nodig hebt om de kernboodschap van je alinea over te brengen. Doordat je je kernboodschap helder hebt, kun je bij elke zin makkelijk toetsen of die in dienst staat van die boodschap. Is dat niet het geval, dan hoort hij niet in deze alinea thuis.

Een goede alinea: de laatste zin

Nu de alinea grotendeels geschreven is, is het alleen nog de vraag hoe je je alinea moet afsluiten. Ook hier is je kernzin weer van belang: de afsluiting is altijd bedoeld om je kernboodschap kracht bij te zetten. Je kunt als laatste zin bijvoorbeeld nog één keer je kernboodschap herhalen, een conclusie geven, een prikkelende vraag stellen of terugkomen op iets dat je aan het begin van je alinea schreef (een ronde afsluiting).

Heeft je alinea één onderwerp, met één specifieke kernzin, die goed is uitgewerkt en pakkend is afgesloten in de slotzin? Dan zal óók je luie lezer met gemak je verhaal tot zich nemen.