Hoe je door Jenga beter leert schrijven

Een gefrustreerde vriendin van mij had laatst uren zitten ploegen op een stuk tekst over een tentoonstelling die ze bezocht had. Op de één of andere manier liep de tekst niet lekker, maar ze wist niet waarom. Ik bood aan de tekst mee te lezen en zag wat het probleem was: de Jenga-toren.

De Jenga-toren is een beeld dat ik gebruik om de laatste én belangrijkste stap van het schrijven uit te leggen. Ik durf wel te beweren dat je niet kunt schrijven zonder de Jenga-toren. In deze blog leg ik je uit hoe dat zit.

Jenga

Voor wie Jenga niet kent, is het goed om even uit te leggen hoe het spel gaat. Bij Jenga begin je met een nette, stabiele toren, die is opgebouwd uit stapeltjes van telkens drie stenen naast elkaar. Tijdens het spel moet je om de beurt een steen uit de toren pakken en die weer boven op de toren leggen. Je krijgt hierdoor een wankelende stapel stenen die elk moment om kan vallen. Wie de toren omver laat vallen heeft verloren.

Gedurende het spel zie je de toren steeds schever worden. Omdat de steentjes één voor één bovenop worden geplaatst en je de toren niet weer stevig in elkaar mag duwen, is het haast onmogelijk om een rechte toren te bouwen. Gelukkig maar, anders was het niet zo’n leuk spelletje.

Hoe werkt schrijven?

Wat heeft zo’n spelletje nou met schrijven te maken? Dat zit ‘m precies in die wankele toren. Vaak stoppen mensen met schrijven als ze het verhaal van inleiding tot en met conclusie op papier hebben gezet. Een logisch punt om te stoppen, zou je denken. Je hebt immers je best gedaan, nagedacht over wat je op ging schrijven en dat zorgvuldig uitgewerkt. Misschien heb je zelfs van tevoren een heldere opbouw van je tekst geschreven aan de hand van kernzinnen. Als het verhaal dan eenmaal op papier staat, moet het goed genoeg zijn, toch? Helaas niet, want élke eerste versie van een tekst is een wankelende Jenga-toren.

Dat zit zo: schrijven doe je nooit in één keer. Hoe goed je ook nagedacht hebt over wat je wilde gaan schrijven, tijdens het schrijven zelf verander je meerdere keren van koers. Je hebt altijd associaties en ideeën die tijdens het schrijven pas bij je op komen. Hierdoor eindig je je tekst anders dan hoe je het einde van tevoren bedacht had. De inleiding waarmee je begon sluit nu niet meer aan bij de conclusie. Ook heb je gaandeweg zijstapjes gemaakt die bij nader inzien niet meer bij de boodschap van je tekst passen. En zo zit je met een wankele Jenga-toren, een wankelende tekst.

De Jenga-toren in elkaar duwen

Is het erg dat je met een wankelende tekst zit? Nee, het is zelfs onvermijdelijk. Het betekent dat je je creatieve geest lekker zijn gang hebt laten gaan. Dat je nieuwe inzichten hebt gekregen die door het schrijven naar boven zijn gekomen. Dat uit je is gekomen wat in je zat! Je moet het verhaal alleen wél weer even stroomlijnen. En dat was die vriendin van mij dus vergeten: er weer een stabiele Jenga-toren van te maken door de bouwsteentjes netjes in elkaar te duwen.

Dat doe je zo:

  • Heb je eenmaal je hele verhaal van begin tot eind op papier gezet, loop dan even weg van je tekst. Ga een kopje thee drinken, een wandeling maken, een dansje in de kamer doen, een ander klusje op je to-do-lijst wegwerken. Het maakt niet wat, als je maar even pauze neemt van het schrijven.
  • Als je weer gaat beginnen, lees dan eerst je conclusie: waar werkt je tekst naartoe?
  • Begin nu opnieuw bij de inleiding en schrap elk stukje tekst dat niet naar die conclusie toewerkt. Schrijven is schrappen en killing your darlings. Dus ook die stukken tekst waar je net zo tevreden over was (your darlings) moeten geschrapt (killed) als ze niet bijdragen aan de opbouw van je verhaal.
  • Herschrijf de stukken die nog niet scherp genoeg naar je conclusie toewerken. Alle redenen, uitwerkingen, voorbeelden moeten in dienst staan van je conclusie.

Ben je nu een tweede keer door je tekst gegaan en is elke alinea een logische bouwsteen naar je conclusie? Dan pas ben je klaar en staat je tekst als een huis.